Duurzaam en circulair bouwen

Wij geloven in de symbiose van bouwmanagement en technisch advies. Die gaan immers hand in hand. Strategisch managen om kansen te creëren. Inhoudelijk sturen om die kansen te verzilveren. Om zodoende betere gebouwen en vooral duurzamer gebouwen te realiseren. Samen met opdrachtgevers, adviseurs, aannemers en installateurs.

Hoe wij dat doen? Onderstaand geven wij u inzicht in onze visie en onze tools. 

Voedingsbodem. Gelukkig zijn opdrachtgevers zich tegenwoordig bewust van het belang van duurzaam bouwen. Wij kunnen dat concreet maken. Door doelen te stellen (bijvoorbeeld BREEAM scores) en door voorbeelden te belichten. En vooral door de niet voor de hand liggende wegen te verkennen. Zoals bij hergebruik van bestaand vastgoed. Maar ook door in de toekomst te kijken. Wat nu nog grensverleggend is, is over enkele decennia gemeengoed. Ook kunnen we de financiële balans opmaken. Daarbij gaan we uiteraard verder dan sec de meerkosten of terugverdientijden te berekenen. Sterker nog: echte ambitie is kiezen voor milieurendement en niet voor financieel rendement.

State of the art. De ontwikkelingen gaan snel. Soms zo snel dat een programma van eisen al verouderd is voordat de digitale inkt droog is. Durf een ontwikkelingstraject met elkaar aan te gaan en de grenzen op te zoeken. En blijf ontwikkelen tot het laatste moment om zoveel mogelijk kansen te verzilveren. Niet ‘as soon as possible’ maar ‘as late as possible’. Dat lijkt riskant. Maar als je het bouwproces samen met je partners tot in de puntjes beheerst, kan dat. 

Circulair. Wij geloven in circulair bouwen. Met de focus om daadwerkelijk te verduurzamen en niet aan window dressing te doen. De circulaire economie gaat een stap verder. ‘We kopen geen armaturen maar licht’. Maar is dit altijd de oplossing? Wat nu als de leverancier na afloop van de technische levensduur de armaturen naar de schroothoop verwijst? Daarom kijken wij naar de beste context om echt circulariteit te bereiken. Soms is demontabel bouwen en zelf investeren beter dan het eigendom aan de markt te laten. Dit geldt met name voor elementen met een lange levensduur. Waarvoor het de vraag is hoe we deze elementen ook na 20 tot 40 jaar nog kunnen hergebruiken. 

Partners. Alles staat of valt met de keuze van de juiste partners. Adviseurs, aannemers, co-makers, producenten. Die in het belang van het project en – al klinkt dit holistisch – in het belang van de aarde denken. En bereid zijn om out of the box te denken. Zoals niet denken aan een hiërarchisch construct aannemer – onderaannemer – leverancier maar in een partnership van die vele partijen. We mobiliseren de beste kennis en de state of the art techniek. 

Contractvormen. Dat vraagt ook om andere aanbestedingswijzen. Niet meer op één moment prijs en product vastklikken zoals in een traditioneel contract. Maar contracten met een glijdende tijdschaal. Waarbij ontwerp, inkoop (=partnership) en realisatie gefaseerd plaatsvinden. En misschien in een omgekeerde volgorde. Dat vraagt om vertrouwen. Vertrouwen om geen 100% zekerheden te eisen. Maar samen een beheersmodel te bouwen dat die zekerheid biedt. Juist als we circulair bouwen, is diepgaande kennis van het productieproces en de exploitatiefase cruciaal. En juist die kennis is in traditionele processen versnipperd en niet of te laat bereikbaar. 

Meer dan gebouwen. Een duurzaam en circulair gebouw is mooi. Maar de bewoners moeten aangespoord worden om het gebouw ook duurzaam te gebruiken. Niet omdat het moet maar omdat het kan. Omdat het voldoening geeft. Gebouwen met meer dan 3 dimensies. Daarom is een bouwproces voor ons niet compleet als we dit niet doen met en voor de gebruikers. 

Uitvoering. Hoe goed het ontwerp ook is, in de uitvoeringsfase kan er veel misgaan. Waardoor de beoogde prestaties niet gehaald worden. Of doordat producten niet duurzaam geproduceerd worden. Duurzaam bouwen luister nu immers veel nauwer. Dat vraagt ook om een sterkere keten van kwaliteitsborging van grondstof tot gereed product. En slimme instrumenten en tools om dat mogelijk te maken. Opleveren is dan ook verleden tijd. Tegenwoordig is commissioning het parool. 

Exploitatie. Uiteindelijk is de exploitatiefase de proof of the pudding. Dat begint met een grondige instructie aan de gebruikers en beheerders. Ze moeten zelf gevoel krijgen voor wat de parameters doen. Daarna kijken we of het gebouw inderdaad presteert zoals het bedoeld is. Voldoet de energieprestatie aan de KPI’s? Daar komen we alleen achter als we de gebouwen en de bewoners blijven monitoren. En waar nodig bijsturen. Met name de eerste twee jaar.